Moet je je voorstellen, hypothetisch gezien hè, dat je een mooie, grote, glimmende kraai bent. Zo één met z’n borst fier vooruit en z’n veren perfect in de plooi. Die de vrouwtjes het nakijken geeft. Zo één die van zichzelf gemiddeld al een kilometer of 80 per uur vliegt. En dat je dan door de straten van ons mooie Groningen aan het cruizen bent. En op een t-splitsing een windvlaag van links mee pakt. Je lift wat omhoog, je klapt een paar keer extra hard met je vleugels, en dan BAM! een windstoot van windkracht 6 op de schaal van Beaufort onder je vleugels. Een harde stoot van schuin rechts achter je, die je nóg weer een duw naar de 110 km per uur geeft!
Als een málle gier je door de volgende afslag heen. Je weet precies hoe de kermiek werkt, ook bij snelheden, waarbij het KNMI nog nét geen algeheel weeralarm af geeft. Je ziet de luchtstromen gaan en je weet precies op welke fractie van een seconde je een slagje bij moet slaan en onder welke hoek je je rechtervleugel moet optillen om exact bovenop die ene windvlaag terecht te komen.
Ik zag sérieus een glimlach op de snavel van die kraai, alsof hij net een gigantische hijs van een mega dikke joint had gerookt.
Hoe vet als de kraai er ook echt zo intens van genieten als dat ik zou doen. Dat de kraai gierend van geluk op zoek gaan naar die ene volgende windvlaag. Volledig zorgeloos en onbevangen, als een klein kind zo blij, zonder verder links of rechts te kijken, de volgende steeg in scheuren, zoals ik dat zou doen. Om dan als een formule 1 wagen zo snel, door de Groningse wijken heen te suizen, om daarna exáct hetzelfde rondje nóg een keer te doen?
Stel nou, hypothetisch gezien hè, dat je dát kon! Dat zou toch briljant zijn! Als een málle met 120 kilometer per uur door de straten van onze Groningse wijken heen gieren!
Als dát toch zou kunnen.
“The sound of the wind is whispering in your hair!” #Dotan