- Als we de eerste camper op het veld passeren, met onze fantastisch bruin verroeste, bijna 3 ton wegende Hanomag Henschel F40 camper uit 1973, met een geldige apk van nog 4 dagen en een gaspedaal dat soms blijft steken,
worden we door een onbekende vrouw enthousiast onthaald. Ze ligt op het bed boven het stuur van een voormalige brandweerwagen. Ze zegt iets en een tweede vrouw buigt haar hoofd ook om de hoek. We hadden willen toeteren, maar de 5 tonige claxon deed het vorig jaar voor het laatst. Dan maar een quasi nonchalante wijsvinger omhoog.
Zo.
We horen er bij.
Ik ben er alleen nog niet over uit of dit is bij de club met camper-eigenaren of de club met camperlesbo’s. En ook niet welke wij erger vinden.
Mijn liefste merkt op, efficiënt en vooruitziend dat ze is, dat het handig is om de camper vast met de neus naar het pad te parkeren, voor als we morgen weer vertrekken en misschien ingebouwd staan door meer ‘clubgenoten’. Soepel draai ik een rondje over het veld en parkeer ik onze 4-klepper TDI (Tis’n Diesel Inderdaad), die van 0 tot 85 gaat in 113 seconden, andersom alsof we doorgewinterde, lesbische, festival-camper-gangers zijn.
De één geeft de fietsen aan, de ander zet ze op ‘de juiste’ plek. De één geeft de klapstoelen aan, de ander zet ze sociaal schuin naast elkaar bij de camperdeur. Nu nog een tafeltje met een plastic bloempotje van de Action erbij en het burgelijke beeld is compleet. Ineens begrijp ik hoe mijn ouders zich voelden toen we vroeger op vakantie gingen.
Zo.
We horen er helemaal bij.
Nu eerst een broodje.
Mijn liefste smeert twee bolletjes met smeerkaas en komkommer, terwijl ik wat dingen op een logischer plek probeer te leggen. Nog geen 2 minuten verder en de eerste elleboog en wenkbrouwfrons zijn een feit.
Het is een dubbeldik cliché, maar camperen is echt relatie test nummer 1. Prima timing ook. Er mag na 14 maanden verkering, ook best wel weer even wat hergedefinieerd worden hier en daar.
Om niet direct als zeurend stel, boos uit de camper te stappen straks, ga ik nu maar vast naar buiten, zodat we om en om ons ding te kunnen doen. Ik gooi mijzelf in een klapstoel en trek met de zool van mijn ‘Reef’-slipper mijn eerste Smirnoff Ice open.
Zo.
Nu horen we er écht helemaal bij.
Mijn lief maakt een broodje terwijl ik met mn flessie in de hand vast de buren uit check.
“Draai jij de wagen even om?” “Ho! Ho! Ho!” Roept de man geïrriteerd. Echt hilarisch dit. Een typisch voorbeeld van een burgelijk kampeerstel. En voor ik het in de gaten had, zat ik als ogenschijnlijk doorgewinterde, lesbische, festival-camper-ganger, met volle vreugde zijdelinks te loeren naar hoe onze nieuwe buren, met 2 jengelende kinderen er omheen, de vouwwagen samen proberen te ontvouwen.
Ik hoor mijn lief roepen. “Schat, je broodje is klaar.”
Zo.
Nu horen we er echt helemaal bij.