Nou, het meisje in bungalow nummer 19 was vooral “Happy and Silent”. Ze kon alleen maar glimlachen en met haar immens sprankelende ogen alles aanschouwen. En veel mensen kunnen spreken met hun ogen, nou zij deed hele verhalen. Met punten en komma’s erbij. Wat lijkt me dat lastig zeg, wanneer je als enige zo’n bordje draagt, terwijl iedereen om je heen gezellig en diepgaand aan het praten is over de zin van het leven en de betekenis van meditatie en Buddhisme. En ook over jou en hoe jij je best aan het doen bent niet te communiceren.
Gisteren sprak ik nog met haar, de Duitse Carmen (de Munk vond haar naam geweldig omdat het zo op karma lijkt), onder andere over de zin of onzin van zwijgen. Het kan veel goeds brengen, maar je kunt ook iets onrealistisch ervan verwachten. Wij beiden zijn sociale mensen. Beiden werkzaam in de GGZ en erg behoeftig aan contact met mensen. Geïnteresseerd in het verhaal van ieder ander. Ik ben daarom ook erg blij dat we gewoon met elkaar mogen praten hier. Maar ondanks dat het zeker goed kan zijn om eens een dag of meer te zwijgen, is het ook tegennatuurlijk. Waarom zou ik mijzelf langdurig het zwijgen opleggen, terwijl ik veel genoegen en geluksgevoel haal uit het maken van contact met mijn medemens. Daarnaast hoor je wel alle gesprekken om je heen en je hebt discipline nodig om de verleiding te weerstaan om te reageren, of om te kijken, te hummen of te knikken. Want ook dat is contact. En dat is precies wat Carmen duidelijk niet kon. Want ondanks haar zwijgen, was ze meer in contact met de mensen om haar heen, dan menig ander. Ze kon haar lachen niet inhouden, ze bleef oogcontact zoeken en knikken, ze ging bij ons aan tafel zitten, in plaats van haar eigen ruimte op te zoeken in stilte. Het zag er wel erg grappig uit en ik praatte met mijn buurman over haar en over het zwijgen in het algemeen, waardoor ook zij weer moest glimlachen. Ik ben benieuwd of het zwijgen van Carmen vruchten heeft afgeworpen. En ook ik kan pas zeggen welke betekenis het voor mij heeft, als ik daadwerkelijk zo’n bordje op speld. Over een dag of twee denk ik zelf maar eens proberen.
Karma Carmen was dus op mijn eerste volledige meditatie dag, de enige met zo’n bordje om, terwijl ik het eigenlijk andersom verwachtte. Vrijwel iedereen met een bordje om en één of twee zonder. Het bleek binnen een paar uur al, dat er meerdere verwachtingen niet waar bleken te zijn.
Zo liep ik samen met de Zwitserse Mark uit de bus het pad op, richting de ‘Wat Tum Wua Monastery’. Onderweg kwam ik Daniël tegen, de Duitser die ik in Pai ontmoette. Hij is hier nu zijn derde dag. Na een groet vroeg hij of ik sigaretten mee had. Helaas niet. Er wordt hier dus duidelijk stiekem gerookt.
Bij de eerste Munk aangekomen, volgde ik Mark, want die was al een paar keer eerder hier geweest. Buigen en op de knieën voor de beste man gaan zitten. De Abbott (de Munk Captain) vroeg in zeer gebrekkig Engels waar we vandaag kwamen. Mark zegt Duitsland, ik zeg Holland. “Holleeeeend.” Zegt de Abbott met een grote glimlach. “Holleeeeeend guuuuudt. Butifall blaaaaaand.” Ah mooi, ik ben meteen al favoriet merk ik. Ik hoef alleen maar m’n haar een keer los te gooien en ik heb de hoofdmunk in dah pocket. In eerste instantie had ik de verwachting dat wij simpele zieltjes, diep nederig buigend en groetend, zonder oogcontact in de richting van de Abbott moesten kruipen. Achterstevoren weer weg gaan en 16 keer buigen voordat ik iets mag zeggen. Nee hoor, gewoon lekker meteen de gek aansteken met het hoofd van de toko en vooral heel vriendelijk terug glimlachen en bijna flirtend zijn kantoortje weer uitstappen, alsof ik bij de buurman op visite ben geweest. Een goed begin is het halve werk zeg maar.
De ‘evening chanting’ begon al snel en ik sloot zo’n 10 minuten na aanvang in stilte aan. Ik kon het nog niet volgen in het boekje en deed in stilte mee. Tegen het einde kreeg ik nog een lichte hoestbui en moest ik de ruimte uit lopen helaas. Ik was hier al bang voor. Gelukkig geen rare gezichten en ik kon al snel gewoon weer op mijn plek gaan zitten. Bij het vertrek zaten de Munks nog op hun podiumpje te wachten tot wij weg waren. Toen ik voorbij kwam, hoorde ik weer “Holleeeeeeend” en ik zag zijn brede glimlach en ik glimlachte vooral hard terug.
Na afsluiting vroeg Daniël aan Jeroen of hij ‘nog een sigaret’ mocht. Dat hadden ze dus al eerder gedaan. Met z’n vieren liepen we in het donker naar de uitgang, om twee stappen buiten de poort van de Monastery een sigaret op te steken. Lekker hypocriet. Onderweg hadden we allen het gevoel dat we spijbelden van wiskunde om een joint te roken. Onderweg vertelde Daniël dat er gisteren een Munk was vertrokken, omdat er ruzie zou zijn geweest met een collega. Ook vertelden zij dat het de bedoeling is dat men de wekker zet op 5 uur en een uur voor zichzelf gaat mediteren. Direct is duidelijk dat er maar een paar mensen zijn die dat doen, en dat zijn niet deze drie. Dus ik ging zeker de eerste dag, lekker mijn wekker op 6 uur zetten, zodat ik om half 7 wakker genoeg zou zijn om de Munks op ceremoniële wijze hun eten aan te bieden.
Ik had de regels nog niet eens gelezen en ik had er al drie doorbroken. Mijn beeld vooraf was in ieder geval al snel totaal verdwenen kan ik je zeggen, en ik was druk bezig om een nieuw beeld te vormen. De volgende dag tijdens de ceremonie rondom het voeren van ontbijt aan de Munks, zei de Abbott wederom met een grote glimlach ‘Holleeeeend’ tegen mij. Ik geloof dat ik al wel wat extra credits heb, zonder dat ik er wat voor heb hoeven doen. Dank aan mijn ouders dan maar, voor het op de wereld zetten van zo’n mooi schepsel. Misschien kan ik door mijn credits van de week wel stiekem een blowtje roken ergens achter een Buddha beeld ofzo. :P.
Nadat ik een paar dagen lang geregeld de Abbott mijn nationaliteit heb horen benoemen, zat ik op dag 4 op mijn knieën voor hem, om tijdens de lunch met mijn buurvrouw, ceremonieel een pan met meloen aan te bieden. Ik hoor wederom de Abbott met een brede glimlach zeggen, “Holleeeeeend, boetiful blooooond”. Hij vervolgde met “Me oooooold man, joe boetiful yung bloooond. Vipasana dirty.” Eeuuuhh…. Sorry? “Vipasana dirty”??? Hij zit gewoon mijn decolleté in te kijken, voor zover ik die heb trouwens. En die guitige glimlach van hem, kreeg ook ineens een meer ondeugende toon en blik. Verbaasd maar stiekem schaterlachend, glimlach ik met een knipoog breed terug. De Munks naast hem reageren niet. Ach ja, het schijnen ook maar mensen te zijn.