Een fractie van een seconde lijken de grasbulten en zandkuilen van de golfbaan naast Schiphol, op de goud glooiende, gelukkige, zorgeloze en oneindige heuvellandschappen van Noord Laos. Een dikke traan loopt over mijn wang. Ik voel mij eenzaam en alleen. Ik wil terug.
Terwijl ik via de slurf het vliegtuig uit loop, zie ik van de kou damp uit mijn mond komen. Buiten regent het. Uiteraard. Hoe kon ik dat nu weer vergeten. Geen echte regen. Geen warme tropische bui waarbij binnen een half uur alle straten blank staan en alles 3 uur later weer droog is. Nee. Het zijn druilerige, natte, vieze, koude nietszeggende druppels. En wolken, geen straaltje zon en ook niet het gevoel dat deze nog gaan komen in de nabije toekomst. Bizar.
Ik loop verder en hoor ineens een Nederlandse stem door de intercom van Schiphol en het duurt een paar minuten voordat ik door heb dat ik aan de rechterkant moet lopen. Net zo raar. Iedereen is onderweg en loopt mij voorbij, terwijl ik stilsta op de loopband. Ik heb geen haast om naar de bagage band toe te gaan. De wereld gaat in slow motion voorbij en ik beleef ieder moment bewust. En ik ben de enige, zo lijkt het. Ik zie alles gebeuren, ik zie ieder mens voorbij lopen in zijn eigen wereld. Onderweg van A naar B.
Ook al weet ik dat de wereld over een paar minuten weer razendsnel zal gaan, ik ben blij dat het nu even heel langzaam voorbij trekt, want ik ben nog lang niet toe aan terug zijn. Ik probeer de spanning en de last van mijn buik nog even uit te stellen, maar ook in slow motion komen ze net zo hard binnen helaas. Ik wil niet. Ik wil weer terug naar de goud glooiende, gelukkige, zorgeloze en oneindige heuvellandschappen van Noord Laos. Ik voel een langzame en dikke traan over mijn wang lopen. Ik voel mij eenzaam en alleen. Ik wil terug.
Ik heb honger en ik heb zin aan een lekker broodje. Wat zou ik graag gewoon even gaan zitten. Met mijzelf, mijn backpack en ukelele over mijn schouders en mijn lekkere broodje en kopje thee op de tafel voor mij. Even niets. Even goud, glooiend, gelukkig en zorgeloos. Weer even op mijn zelf gekochte Vietnamese chopper, intens cool door de ‘Fields of Gold’ in Laos. Maar mijn familie en vrouw wachten op mij aan de andere kant van de gate.
Onderweg naar de bagage band trek ik mijn sokken uit. Gewoon voor het gevoel. Met blote voeten in mijn slippers. Zuurstof tussen mijn tenen. Ook al is de lucht koud, het voelt erg fijn. Nog heel even dat vrije en zorgeloze gevoel. Bagageband nummer 2. Al mijn vliegtuiggenootjes staan er al. Ik stel het nog even uit met een plasje op het schone westerse toilet, zonder kakkerlakken. Ik vind het rete spannend om mijn familie weer te zien, maar ik voel ook bijzonder veel weerstand.
In Laos dagdroomde ik al over dit moment. Of eigenlijk was het meer een dagmerrie. Het voelt precies zo. Ik besef mij inderdaad dat ik nu echt klaar ben met mijn reis. Dat ik mijn vrouw en mijn familie weer ga zien. Dat ik binnen een paar uur weer terug ben in mijn eigen vertrouwde omgeving. En dat ik eigenlijk verheugd zou moeten zijn, wat ik uiteraard ook ben, maar dat het tegelijk ook gevangen voelt. Dat de armen van mijn vrouw en van mijn ouders zo liefdevol voelen, maar tegelijkertijd mij ook als een net insluiten. Een net dat zich sluit om mijn vrijheid heen. Mij weer vangen in de sleur van het Hollandse, werkende, verplichtende, (over)verantwoordelijke leven. Dat leven dat ik een half jaar lang heb ontvlucht. Alles is nog hetzelfde. Vertrouwd is lang niet altijd veilig.
Ik wil alleen maar huilen en mij weer ontspannen voelen. Terwijl ik sta te wachten op mijn backpack, wil ik alleen maar huilen en op het eerste vliegtuig weer terug. Daar waar mijn oranje tasje een half jaar lang mijn inboedel was. Mijn eindeloze, goud glooiende, zorgeloze backpack. Het voelt zo bizar. Ik zal weer onder het juk van dat benauwde leven terug komen. Tenzij ik anders kies. Oh ja, dat ‘gewoon voor iets anders kiezen’, waar mijn moeder, mijn therapeuten, vrienden en ikzelf het soms over hebben. Zucht, eerst maar ‘gewoon’ even terug komen in Nederland.
Daar komt mijn tas aan. Het is zover. Nog even een paar keer diep adem halen, terwijl er weer een paar dikke tranen over mijn wangen rollen.
Buuuuuuud…. (adem in)
Dhooooooo…. (adem uit)
Ik voel mij ineens belachelijk in mijn coole, op maat gemaakte Vietnamese plofbroek.